#hetverhaalvanElske
Elske had ogenschijnlijk een mooi leven, voor de buitenwereld althans. Wanneer ze de voordeur achter zich dicht trok en haar masker afdeed zag haar realiteit er heel anders uit. Totdat de situatie onhoudbaar werd en ze niet langer een eigen voordeur had. Haar verhaal gaat over alles opgeven waar je je identiteit aan ontleent. En wat blijft er dan over? Een diep en zuiver verlangen. Elske vertelt wat die van haar is en hoe ze in haar reis wordt bijgestaan door Ingeborg van het Huis Zonder Deur. Maar laten we beginnen bij het begin…
Mijn verhaal gaat over psychische problemen, over dakloosheid, over schulden, over opname in een zeer heftige verslavingskliniek zonder echte verslaving, over verwaarlozing van mezelf, niet kunnen delen wat er in mij om gaat, het alleen doen en overleven.
Mijn verhaal gaat ook over niet langer op deze manier door willen, de drang om te willen leven, over dromen en verlangens, over veranderingen, over hoe er al veel is veranderd, over lieve mensen om me heen, over de liefde, over het huis zonder deur, over wonderlijke gebeurtenissen en vertrouwen in het universum.
Voor de buitenwereld
Op het eerste gezicht leek er niets aan de hand en had ik – voor de buitenwereld – alle kaarten mee. Tot een paar jaar geleden zag het plaatje er als volgt uit. Intelligente vrouw, leuk huurappartement in het centrum van Dordrecht, eerst een baan daarna een eigen bedrijf, een leaseauto, paar keer per jaar op vakantie naar Berlijn, paar vrienden, kat, geen heftige gebeurtenissen meegemaakt, altijd behulpzaam naar anderen toe.
Echter de realiteit was anders. Ik kom uit een leven van depressie, angst, zelfverwaarlozing en overleven. Een leven waarin ik op zoek ben gegaan naar hulp, omdat ik het zelf niet meer zag zitten. Alleen heb ik passende hulp nooit gevonden en voelde ik me ontzettend eenzaam. Werkelijk verbinden vanuit mijn gevoel met anderen lukte niet. Ik hield de schijn op, ik zei vaak dat het wel goed ging terwijl het achter de ‘voordeur’ uit de hand liep.
Aan de binnenkant
Aan de binnenkant voel ik me leeg en voelt het leven zinloos. Ik ben aan het overleven en tel ik de uren af tot de dag voorbij is en ik weer naar bed kan. Ik ben heel lang gevlucht in mijn werk, omdat ik dan niet hoefde na te denken. Ik voelde me vaak depressief, maar kon dit alles met niemand delen. Niet omdat er niemand geïnteresseerd in me was, maar omdat ik het niet kon uitspreken. Ik verwaarloosde mezelf en mijn huis gigantisch en wist ook niet meer hoe ik het anders zou kunnen doen, daarnaast ‘boeide’ het me ook allemaal vrij weinig. Mijn huis was een vuilnisbelt, ik nodigde nooit iemand uit en als dat wel een keer gebeurde dan was ik lang bezig met schoonmaken. Als er een keer iemand onaangekondigd voor de deur had gestaan en binnen was gekomen, dan weet ik zeker dat de gemeentereiniging gebeld was.
Op een dieptepunt sliep ik op een kaal matras onder een kaal dekbed en lag er beschimmelde kipfilet en nog veel meer afval in en om mijn bed. Ik sliep letterlijk op de vuilnisbelt en was een ster geworden in het vermoorden van maden (eerst zout, dan kokend water). De enige lichaamsbeweging waren meestal de stappen die ik binnenshuis maakte. Ik ontbeet met energydrink en chips of ijs, en eigenlijk was dat ook mijn repertoire voor de rest van de dag. Een boterham smeren in de keuken was voor mij echt een megagrote berg. Ik was oprecht trots op mijzelf als ik een keer een smoothie, een lekker broodje of een avondmaaltijd maakte, dat gebeurde namelijk vrijwel nooit. Verder zorgde ik er altijd voor dat ik druk was en vrij weinig thuis. Want alleen thuis zijn, dat was echt de hel. Dan kwamen de muren op me af en was ik met mezelf. Met mezelf zijn kon (en kan) ik niet. Dan is er geen bestaansrecht meer, is er leegte. Ik probeerde daar met goede ideeën weer uit te komen, die ideeën mislukten meestal ook. De leegte en sombere gedachten werden daardoor nog heftiger.
Aangezien ik in mijn werk veel problemen had met concentreren, ik vaak dingen vergeet, geen overzicht heb, etc. ben ik toch naar de GGZ gegaan en ben ik uiteindelijk gediagnosticeerd met ADD. De problemen waar ik verder ten diepste tegenaan liep, heb ik daar nooit echt kunnen delen. Het lukte me niet erover te praten, en er werd nooit doorgevraagd, daardoor ben ik daar altijd mee rond blijven lopen.
Confrontatie
Op een gegeven moment ben ik als fotograaf, vormgever en marketeer voor mezelf gaan werken (samen met een vriend). Dit betekende voor mij veel meer alleen werken en vanuit huis. Hierin werd voor mij een deel van mijn problematiek steeds duidelijker. Hoe moeilijk ik het vind om alleen met mezelf te zijn, omdat ik erachter ben gekomen dat ik (nog) bijna geen ‘zelf’ heb. Ook de concentratieproblemen en mijn perfectionisme waren problematisch. Ik deed veel te lang over opdrachten, durfde dingen niet, kon veel bedenken maar het uitvoeren werd steeds lastiger. Ik werd meer en meer met mezelf geconfronteerd. Eigenlijk was het ook de confrontatie met hoe opgesloten ik zit in mezelf. Hoe ik niet kan laten zien hoe het met me gaat, het niet kan delen.
Soms verlangde ik ernaar dat er iets heftigs zou gebeuren, puur en alleen omdat ik me dan ‘gerechtvaardigd’ zo mocht voelen. Omdat mensen het dan zouden kunnen zien en er dan misschien de troost of de arm of de hulp zou zijn waar ik eigenlijk zo naar verlangde.
Op een dag googelde ik op iets over gebrek aan lichamelijke aanraking of contact. En ik vond een artikel dat mensen daaraan dood gaan. Ik realiseerde me hoe lang ik dat al miste (en dan bedoel ik echt geen aanraking, geen knuffels, niets) en dat ik er toch nog steeds was. Toen vroeg ik mezelf wel af hoe sterk ik was en hoe lang het zou duren voordat ik zou instorten en mensen achter de muren konden kijken. Want achter de muren ging het verre van goed met me. Alleen lukte het me niet om anderen er overheen te laten kijken of er zelf doorheen te prikken.
Uiteindelijk voelde ik me steeds slechter en liep het bedrijf door mijn functioneren ook steeds slechter. Daar kwam ook nog eens een grote schuld bij de Belastingdienst bij. Ik had geen idee meer hoe ik iedere maand rond zou moeten komen. De enige optie die ik zag, was het opzeggen van mijn huur. Dan zou ik in ieder geval geen huurschuld opbouwen.
Ik ging op huizen passen en dat lukte de eerste periode. Toen ik een weekje geen plek had, kon ik bij Ingeborg en John logeren, dat was erg fijn. In de laatste dagen die ik daar was, kreeg ik een ongeluk met de fiets. Mijn kruisband en meniscus waren gescheurd en een operatie was noodzakelijk. Er volgde een revalidatieperiode van maanden, in die tijd verbleef ik bij ook bij hen in huis.
Wel of niet verslaafd?
Stukje bij beetje heb ik met hen veel van mijn verhaal kunnen delen. Zij waren ook de eersten die ik vertelde dat ik niet zonder 30 diarreeremmers per dag kon. Uit angst om ergens anders buikpijn te krijgen of naar het toilet te moeten ben ik daarmee begonnen. Eerst af en toe en later steeds meer. Uiteindelijk bleek dat ik ook dagelijks een overdosis Ritalin slikte (voorgeschreven door de huisarts), dat ik verslaafd was aan neusspray en ik te veel paracetamol gebruikte.
In de GGZ mag je geen “verslaving” hebben, dus ik moest eerst stoppen met al die pillen. Het afbouwen van en stoppen met de Ritalin lukte redelijk snel. Maar mijn angst voor het stoppen met de diarreeremmers was te groot. Uiteindelijk werd ik geaccepteerd door een verslavingskliniek in Schotland en schreef men mij 16 weken daar voor. Eenmaal in Schotland kwam ik erachter hoe heftig die plek was en hoe erg ik daar niet op mijn plek was. Ik zat tussen heftige drank- en drugsverslaafden en mensen met gevangenisverledens. Ik moest mezelf voorstellen met ‘alcoholic’ of ‘addict’ en had elke dag een verplichte AA of NA meeting. Ik voelde me er echt een buitenbeentje. Ik was na een aantal dagen gestopt met de pillen en heb toen besloten het nooit meer aan te raken.
Na een aantal weken was er daar gelukkig een psychiater die begreep waar ik tegenaan liep en aangaf dat het inderdaad toch niet de plek voor me was. In overleg hebben we besloten dat ik 6 weken zou volmaken en daarna naar huis zou gaan.
Ik zag op tegen het thuiskomen. Ik was bang voor wat er in Nederland zou gaan gebeuren. Tijdens de opname was er structuur door een dagprogramma, ondanks dat het niet altijd leuk was, gaf het me wel een soort van rust. In Nederland wist ik niet eens of ik nog wel een bed zou hebben. Toen ik uiteindelijk in Nederland terugkwam, bleken Ingeborg en John een klein kamertje voor me opgeknapt te hebben.
Ik ben met Ingeborg aan de slag gegaan met mijn eetpatroon, we zijn gaan bewegen, eerst iedere dag een stuk wandelen, later ook hardlopen. Ik integreerde het in mijn leefpatroon en op die manier wist ik het ook vol te houden. Ik voelde me een stuk fitter en gezonder en raakte ook aardig wat kilo’s kwijt. Minder fijn was dat ik ook met mijn bedrijf moest stoppen, mijn lease auto had ik reeds ingeleverd voor ik naar Schotland ging. Dat was mijn laatste houvast, de laatste zekerheid, het laatste stukje dat gevoelsmatig nog bij mij hoorde. Toen was alles weg. Dat was heftig, ik had er namelijk altijd mijn identiteit aan ontleend. En nu was er ‘niks’ meer…
In Schotland ben ik niet aan het werken aan mijn psychische problematiek toegekomen, dus in Nederland ben ik weer naar de huisarts gegaan en vervolgens op een wachtlijst gekomen. Uiteindelijk heb ik daar een jaar opgestaan voordat ik aan een therapie kon beginnen. De therapie was heftig. Tijdens de therapie (3 dagen per week) kwam ik er steeds meer achter dat ik daar totaal niet paste. Ik wilde wel en deed mijn best, maar het lukte me gewoon niet. Ook de therapeuten konden niet tot me doordringen, ik functioneerde niet in een groep met weinig structuur. Ik zag er iedere dag meer tegenop. Toch vond ik zelf dat ik het moest volhouden, omdat ik de hoop had dat het wel zou werken en dat ik ergens doorheen zou breken.
Een oude diagnose
Op een gegeven moment begon ik echter in te zien dat een diagnose – gesteld rond mijn 17e (en die ik een aantal jaren later had laten verwerpen omdat ik er niet in geloofde) misschien toch weleens meer waar zou kunnen zijn dan ik had verwacht. Ik kreeg toen de diagnose Asperger, een vorm van autisme. Destijds herkende ik me er niet in en schaamde ik me heel erg voor de diagnose. Ik deed er alles aan om die diagnose toch niet te hebben en dat is me gelukt. Alleen nu realiseer ik me dat die wellicht toch wel meer waar zou kunnen zijn dan ik dacht. Ik herken het in het dagelijks leven, het zou veel van mijn ‘bijzondere gedrag’ verklaren. Toen ik dat heb aangegeven, was ik op mijn therapieplek niet meer welkom omdat ze daar geen therapie geven aan mensen met een stoornis in het autismespectrum.
Om duidelijkheid te krijgen heb ik een aanvraag gedaan voor een diagnostisch onderzoek. En kwam ik weer op een wachtlijst. Recent heeft het eerste gesprek plaats gevonden. Waarom weer een diagnostisch onderzoek? Ik wil graag het leven leven, wat zonder handleiding erg ingewikkeld is voor mij. Ik wil mijzelf begrijpen, zodat ook anderen mij kunnen begrijpen.
Mijn drive is om van betekenis te zijn en daarom vertel ik mijn verhaal. Van betekenis voor mijzelf om mij niet langer achter een masker te verschuilen, voor de ander die min of meer in hetzelfde schuitje zit en om aandacht te vragen voor wat Ingeborg met haar Huis Zonder Deur voor mij heeft betekend en voor anderen kan betekenen. Door samen het leven te leven, heb ik meer van mezelf geleerd dan in alle therapieën bij elkaar. Ondanks alle beperkingen en labels die ze bij me ziet, steunt ze me in de dromen die ik wil waarmaken en gelooft ze in me. Ze heeft me ook dingen van mezelf laten inzien waardoor ik mijn leven beter leer begrijpen. En nee, ik ben er nog lang niet, maar als ik kijk naar waar ik twee jaar terug zat en waar ik nu ben, dan is dat echt een wereld van verschil.
Verlangens
Ik ben 37 jaar en heb eigenlijk nog nooit een echte relatie gehad. Wat betreft ervaring loop ik een groot stuk achter op mijn leeftijdsgenoten. Voor mijn gevoel sta ik op dit moment aan het begin van de puberteit en heb ik nog heel veel te ervaren en ontdekken.
Mijn grootste verlangen is ondanks mijn huidige leefsituatie een kinderwens, eigenlijk al van kleins af aan. Ook verlang ik naar een partner, deze heb ik tot nu toe nog niet gevonden. Gezien mijn leeftijd heb ik besloten om het kinderwens-traject alleen in te gaan, zowel via de officiële weg als de niet-officiële weg. Ik heb me aangemeld bij het ziekenhuis, maar daar ben ik tegen mijn psychische achtergrond aangelopen. Ik vind het erg heftig dat men in een ziekenhuis kan besluiten dat ik niet geschikt zou zijn als moeder, terwijl ik zeker weet dat dit anders is. Daarom ben ik het traject ook met een donor ingegaan, via zelfinseminatie. Helaas is dit nog niet gelukt.
Het grootste verlangen van Ingeborg is om de wereld te laten zien dat het anders kan, op vele fronten. Zij wil het Huis Zonder Deur op grotere schaal uitrollen, zodat er meer mensen gebruik van kunnen maken. Het is fijn dat Ingeborg naast me staat en me stimuleert. Ik word aangemoedigd door iemand die verder kijkt dan mijn beperking, door iemand die ziet wat ik kan en die vertrouwen in me heeft. Door in het Huis Zonder Deur te wonen is er zoveel veranderd, ik heb geleerd dat ik wel mijn verlangen kan volgen en ik me niet tegen hoef te laten houden.
Op dit moment is Ingeborg bezig met het realiseren van een ontzettend fijne plek op Lanzarote, waar mensen even weg kunnen uit alle hectiek. Een plek om tot rust te komen en samen het leven te leven, voor korte of langere tijd. Hier heeft ze financiële ondersteuning voor nodig en die gun ik haar echt ontzettend. Deze plek kan voor mensen net als ik zo veel betekenen, net dat steuntje in de rug wat nodig is om het leven weer (zelf) aan te kunnen. Het samen leven 24/7 levert me meer op dan alle therapieën en gesprekken die ik ooit heb gehad en gevoerd in mijn leven.
Wil jij net als Elske ook (anoniem) jouw verhaal delen? Dat zou fantastisch zijn! Lees meer over #deeljouwverhaal
Recente reacties