#hetverhaalvanMichiel

Ik zag de rand van het ravijn

Michiel gamede vanaf zijn twaalfde wekelijks 40 uur of meer. Als hij niet gamede, voelde hij de drang om achter de PC te kruipen. Uitstapjes naar het échte leven, een potje voetbal of dansles kostten steeds meer moeite. Hij was gameverslaafd, maar had dat zelf niet in de gaten. Het kwartje viel pas tijdens een college van zijn studie Neuroscience, dat ging over verslavingsmechanismen. Michiel schreef er een boek over: Gameboy.

Michiel (31)

Ik had een fantastische jeugd met liefdevolle ouders, veel vrienden en deed aan sport. Toch voelde ik me niet gezien. In de eerste klas van de middelbare school ging ik me sterker profileren en was ik heel druk. Andere kinderen roken mijn onzekerheid en gingen me pesten. Dat begon in de klas, maar sloeg ook snel over naar mijn voetbalteam.

Ik schrok van hoe naar het leven plotseling voelde, ik was pakbaar en dat konden mijn leeftijdsgenoten ruiken. Sommige nemen je dan ook te grazen. De tienertijd is deels een sociaal strijdtoneel waarin iedereen zijn plekje probeert te vinden. Mijn plek vond ik niet, de werkelijkheid deed juist pijn.

Ik gamede toen al en ging dat steeds meer doen. Door het gepest in de brugklas, begon de aard van mijn gamegedrag te veranderen. Ik speelde niet langer voor de lol, maar juist om pijn weg te nemen. In gamewerelden ervoer ik nog wel iets van controle. Daar was ik een epische superheld in plaats van ‘Michieltjuh Debieltjuh’ zoals mijn klasgenoten me noemde.

Toevluchtsoord

Al snel zat ik elke dag uren te gamen. In het computerkamertje leerde ik een wereld kennen waarin ik wél gezien werd, zij het door avatars of onbekende tegenstanders, die online met elkaar de strijd aangingen. In tegenstelling tot mijn leven op school, had ik in die games heel veel controle. Ik kon wél dingen, want ik maakte vier headshots of stuurde mijn legers de goede kant op. Dat voelde lekker, maar intussen was ik sluipenderwijs naar een verslaving toe aan het bewegen. Ik had de games meer en meer nodig en vond in het echte leven steeds minder aansluiting bij leeftijdgenoten. Doordat ik in die virtuele wereld vluchtte, stond mijn echte leven stil. 

Ik ging nog wel skateboarden, speelde soms gitaar, maar minder en minder. In de ene wereld werd ik steeds beter, in de andere ging ik steeds meer achterlopen. Ik genoot niet van mezelf in de echte wereld, ik genoot alleen van mezelf in games. Het bracht me in een overwinningsroes, zoals niets anders dat deed. Een game is zoveel stimulerender vergeleken met het echte leven: Er zijn talloze doelen die je moet halen, regels waaraan je je moet houden en de ontwerpers hebben enorm veel prikkels ingebouwd, zodat jij je aandacht erbij houdt.

Verborgen gebreken

Mijn ouders hadden geen idee. Ik manipuleerde hen, printte nephuiswerk uit en kocht een koptelefoon om het geluid te dempen. Ik maakte mezelf ziek met oneerlijkheid. Ik voelde me alleen goed als ik gamede. Dat was niet oké, dat wist ik. Ik deed jaarlijks meerdere stoppogingen, tevergeefs… Inmiddels was ik helemaal vergroeid met het hoge prikkelritme, de epiek en het winnen in games. Als ik stopte botste ik al gauw tegen de realiteit aan waarin ik weinig had ontwikkeld. Dan modderde ik een tijdje moedeloos aan om uiteindelijk weer te zwichten voor games en de epische rollen daarin. Het was een ziekelijke relatie die ik met games had. Het duidelijkst werd dat toen ik verliefd raakte. In de spiegel van liefde vond ik vooral zelfhaat, want wat had ik nou te geven? Ik voelde me onecht en verraden door mezelf.

Na de middelbare school ben ik naar Peru getrokken. Een totaal andere wereld, waar ik vrijwilligerswerk deed. Verantwoordelijkheid nemen en andere mensen helpen hebben me goed gedaan. Ik kwam los van mijn verslaving, maar na mijn terugkeer ben ik erg diep teruggevallen. Het besef drong tot me door dat mijn tienerjaren bijna achter de rug waren. Dat boezemde me grote angst in. Als later zou blijken dat ik mijn hele jeugd had weg-gegamed, maakte ik er liever meteen een eind aan. In dat besef vond ik een NEE die krachtig genoeg was om daadwerkelijk te stoppen met gamen. Op mijn 19e ben ik ermee gekapt. Het betekende niet dat ik er vanaf was. Integendeel, het zwaarste moest nog komen.

Inhaalslag

Als je bijna je hele tienertijd je hoofd onderdompelt in games dan vergroeit je psyche met die virtuele wereld. Mijn geest paste amper nog in de realiteit. Ik ben toen van hot naar her gegaan: van studievereniging, sportclub en feestjes naar debatavonden, vrienden en meisjes. Om te ontsnappen aan het verlangen naar gamen en alles in te halen. Tegelijk moest ik studeren en vechten tegen de eenzaamheid. De druk was zo hoog dat ik de eerste ‘gamevrije’ jaren bijna dagelijks instortte. In die dalen dacht ik: “Ik heb mezelf zo erg verloochend, ik kan dit nooit meer goedmaken.” Als je dat echt gelooft begin je de rand van het ravijn te zien.

Herstellen was niet eenvoudig, doordat ik jarenlang niets onder ogen was gekomen was ik een opeenhoping van negatieve emoties. Gelukkig kunnen die emoties kunnen je ook gidsen naar waar je wél heen moet. Eerlijk en open zijn heeft enorm geholpen. Helaas bestond de eerste eerlijkheid uit (onterechte) woede naar mijn ouders, omdat ik vond dat zij me als kind hadden moeten begeleiden. Door hun begrip en openheid heb ik mezelf ook geopend. Ik kon vertellen dat ik me vreselijk voelde en om de zoveel tijd instortte. Wat ook helend was: in de colleges neurobiologie aan de universiteit herkende ik mijn eigen verslaving. Ik stelde vast dat er een logica schuilging achter de drang die ik ervoer.

Gameboy

Gameverslaving werkt hetzelfde als iedere andere verslaving. Het verleidelijke gefluister op de achtergrond in mijn hoofd is langzaam verdwenen. In het begin is het frustrerend, omdat het niet lijkt te stoppen, maar dat doet het uiteindelijk dus toch. Het helpt om in kaart te brengen, samen met je omgeving, wat je motiveert in het echte leven. Waar word je blij van? Het goede nieuws is, dat wat je laat zien in games je potentie is voor de realiteit. Ondanks dat het een zoektocht is hoe die tot uiting kunnen komen, biedt dat uitgangspunt gameverslaafden vaak hoop en perspectief!

In mijn boek Gameboy beschrijf ik wat er omgaat in het hoofd van een opgroeiend kind dat sluipenderwijs gameverslaafd raakt. De invloed van games op de geest is niet subtiel en daarom wil ik de bewustwording omtrent gameverslaving vergroten. Mocht je zelf het idee hebben dat je gameverslaafd bent dan is de eerste stap om daar eerlijk over te zijn, naar jezelf en je omgeving. Ook kun je de huisarts om hulp vragen. Als je vroegtijdig in de worsteling van gameverslaving gericht wordt bijgestaan, dan kan dat voor iemands levenskoers veel uitmaken.

Ben je benieuwd naar het boek Gameboy? Koop ‘m hier. Je kan Michiel ook volgen op Instagram voor meer info & ontwikkelingen over gameverslaving.

Wil jij net als Michiel ook (anoniem) jouw verhaal delen? Dat zou fantastisch zijn! Lees meer over #deeljouwverhaal